
Het is nog steeds onwerkelijk dat Beau er niet meer is. Als ik gerommel in de gang hoor, dan denk ik dat Beau met de schoenen aan het spelen is en ze stuk voor stuk aan de veters door de gang sleept. Wanneer ik een grijze vlek uit mijn ooghoek ontwaar, dan verwacht ik dat Beau naar me knipoogt en me laat weten dat het tijd is voor brokjes, en het liefst heel veel. Wanneer we de katten naar binnen halen omdat het begint te onweren, dan is het vreemd om te stoppen met tellen bij drie katten, want we hadden er toch vier? Zo kan ik nog wel heel lang doorgaan, want het zal nog wel even duren voordat het anders is.
Beau laat een leegte achter en dat is pijnlijk. Toen we een kat wilden hebben en hem zagen, gingen vriendje en ik gelijk voor de bijl. Hij had ons om zijn witte pootje gewonden en we konden alleen maar glimlachen om hem. Ik heb duizenden foto's van hem gemaakt in alle poses die je je maar kunt bedenken. Gelukkig hield hij ervan om geaaid en geknuffeld te worden en dat hebben we gedaan. Hij blij, wij blij. Voor alle duidelijkheid: hij was ook ontzettend koppig, eigenwijs en eigenzinnig, maar dat namen we op de koop toe. Je vindt iemand lief, zoals hij is.
Beau was een vintage-modelletje met kleine oren zonder pluimpjes, hij was klein en atletisch gebouwd en zijn vacht was pluizig. De huidige Maine Coon ziet er heel anders uit dan hij en daarom was hij veel kleiner dan Joep, Puck en Duke. Who cares! Wanneer je zo'n oogopslag hebt zoals hij, dan maakt al het andere niet meer uit.
Bij de dierenarts deed hij alsof hij een teckel was: hij bleef met zijn buik op de behandeltafel liggen en ging echt niet op z'n pootjes staan, alle aanmoedigingen ten spijt, hij bleef liggen waar hij lag. Hij liet alle behandelingen toe; hij siste nooit en haalde ook niet uit met zijn vlijmscherpe nagels. Voor de duidelijkheid: hij stond er niet bij te juichen, maar hij onderging de onderzoeken, injecties, infuusbehandeling en het toedienen van medicatie. Bij de dierenkliniek kenden de assistenten en dierenartsen Beau bij zijn voornaam en zij hoefden niet door te vragen waar hij woonde: dat wisten ze al.
Zo'n 8 jaar lang slaakte Beau zuchtjes en die hoorden wij op meters afstand. Dan had hij trek in brokjes of wilde hij aandacht. Knap toch van zo'n diertje dat hij geluidloos door het leven kon gaan. Pas bij de komst van Duke in ons huis, hoorden wij dat Beau echt kon miauwen. Geen harde mauw, maar een schor fluistertoontje. Ook deze hoorden wij boven alles uit.
Bij de komst van Joep, Puck en Duke liet hij weten dat hij niet van gezelschap hield en dat het om hem heen stil en rustig moest zijn. Op de momenten dat ze dat waren vergeten, kregen ze een tik op hun kop of ging hij blazen (en daarna kuchen, want blazen hield hij niet zo lang vol). Ze hielden stuk voor stuk rekening met Beau en respecteerden hem om wie hij was. Ze kropen bij hem in de mand wanneer ze behoefte aan steun hadden, lieten hun kopje wassen, gingen achter hem zitten als ze bang waren en keken naar hem als er iets raars gebeurde. Kortom, hij was de spin in het Maine Coon Kwartet web.
Het enige waar wij bang voor waren, was het moment dat Beau zo zwak zou worden, dat hij door de andere katten overschaduwd zou worden. We hoopten dat hem dat bespaard zou blijven en onze wens is in vervulling gegaan. Hij is de mooiste dood gestorven die je je maar kunt bedenken. Hij is in zijn slaap overleden. Heel zacht en vredig.
Op dit moment moeten we zoeken naar een nieuw evenwicht, want het leven gaat verder.
Joep loopt vaker naar binnen dan voorheen, mauwt om aandacht en gaat veel vaker op schoot zitten (voor die tijd kroop hij bij Beau in de mand), hij babbelt meer en hangt nu niet de clown uit. Hij ziet er, ogenschijnlijk, relaxed uit en eet goed.
Puck vindt het vreemd dat Beau er niet meer is, maar ze vindt het ook wel weer fijn: nu heeft ze meer bewegingsruimte en dat laat ze ook merken. Ze ligt op de eettafel terwijl er allemaal mensen om haar heen zitten (dat deed ze voor die tijd nooit), ze blijft veel beneden (terwijl ze voorheen ook veel boven zat), ze laat zich meer aaien dan voorheen. Eigenlijk vindt ze het wel fijn.
We zien aan Duke dat hij zoekende is: hij weet dat Beau er niet meer is, maar hij weet niet goed wat er nu komt. Dan kijkt hij ons aan en springt op schoot voor een knuffel. Hij ligt nu veel in de tuin onder de grote varens, terwijl hij voor die tijd vaak bij Beau in de mand lag. En verder slaapt hij veel, maar dat deed hij voor die tijd ook.
Lieve Beau, we hebben ongelooflijk van je genoten. Nu mag je in de kattenhemel verder met muizen vangen, op kikkers jagen, vliegen vangen, slapen in heerlijke mandjes, op schoot zitten en anderen om je witte pootje winden. Daar heb je geen pijn meer en kan je zelf je hele lijfje poetsen.
Wij gaan verder met jouw motto 'live life to the max' .