Ons huis lijkt wel een dierenwinkel. Op nog meer plaatsen dan voorheen staan kartonnen dozen om in te liggen, dekentjes om op te slapen, tunnels om in te verstoppen en veel, heel veel speelgoed ligt op de grond. Elke avond ruimen we de boel op, 's middags, voor het stofzuigen, wordt alles weer netjes neergelegd en 10 minuten later is er een tornado met de naam Vlinder door het huis geraasd. Dan val je bijna over de kubus (een vierkant tentje met drie openingen) die plotseling ín de keuken staat en de kans is groot dat je op plastic kroontjes (speciaal kattenspeelgoed) stapt. Kortom, de aanwezigheid van Vlinder is overduidelijk.
Ze bulkt van het zelfvertrouwen en loopt heupwiegend door de woonkamer, Marilyn Monroe is er niets bij. Met haar hazelnootkleurige ogen kijkt ze iedereen vriendelijk aan en slaakt ze zachte kreetjes als ze aandacht wil of wanneer ze gefrustreerd is omdat een speeltje onder een lage stoel is geschoven, waar ze nét niet bij kan. Gelukkig heeft ze hulptroepen om haar heen, die haar graag helpen; Duke heeft zich opgeworpen als bodyguard. Wanneer hij een kreetje hoort, kijkt hij gelijk op en loopt naar haar toe om haar te steunen. Dat is in 99 van de 100 gevallen niet nodig, maar Duke is een geduldig dier: 'je weet maar nooit wanneer ik haar wel kan helpen'. De andere 99 keer rent Vlinder rondjes door de woonkamer en speelt apenkooi in haar eentje: stoel op en af, door naar het klimtoestel, via de treden loopt ze naar beneden, laat zich in de mand vallen en dan springt ze op de grond, rent onder de tafel door en loopt, via de tunnel, naar de krabplank en begint ze opnieuw. Zo'n zelfde rondje heeft ze in de tuin en het geritsel van de dorre bladeren op het gras maken het nóg spannender.
Overigens vindt Joep haar ook interessant. Hij staat veel toe, maar als ze hele vreemde dingen doet zoals aan zijn staart hangen of aan zijn oor snuffen, dan krijgt ze een corrigerend tikje van hem of hij kijkt haar uitdagend aan en rent weg, ondertussen kijkend of zij hem volgt. Puck is wat afstandelijker maar staat wel toe dat Vlinder uit dezelfde waterbak drinkt als zij. En natuurlijk zijn wij er zelf ook. D. en ik zitten vaak op de bank te kijken naar het toneelstuk 'Monologen van Vlinder' te kijken. We applaudisseren nog net niet wanneer het is afgelopen maar dat zal ongetwijfeld nog een keer komen.