
Vorig jaar liep ik op een zomerse zondag de cattery binnen en mijn oog viel gelijk op een wit kitten dat vredig op een bankje lag te slapen. Ik keek naar dat kleine lijfje met haartjes als witte watten en zag haar ieniemienie snorharen trillen: dit katje was overduidelijk aan het dromen. Na een paar seconden werd zij wakker en keek ik in de mooiste kattenogen die ik ooit had gezien: amberkleurig met een bijzondere schittering. Mijn adem stokte en ik keek naar Monique, de cattery-houdster. 'Wat een lief beestje', verzuchtte ik en ik merkte dat alles in mij smolt (en niet omdat het zo warm was buiten). Dit bezoek aan Monique had een reden: ze had voorgesteld dat wij kittens kwamen knuffelen, omdat dit de beste therapie is voor verdriet. Ze had gelezen dat onze 14 jaar oude kat Beau een paar weken terug overleden was in zijn slaap. En aangezien alle kittens vergeven waren, konden wij veilig komen.
Dus daar zat ik op de bank met een kopje koffie in mijn hand. Ik bleef het witte kitten aankijken en zag hoe zij zich uitrekte, omdraaide en zich opnieuw opkrulde om te slapen. Van Monique hoorde ik het verhaal hoe Vlinder (want zo heet ze) ter wereld is gekomen. Bij de bevalling lag zij in een stuitligging met haar staart naar beneden en kon niet geboren worden. Moeder poes had Vlinder bij haar staartje gepakt om haar naar buiten te trekken, maar het enige wat er gebeurde, was dat de staart hierdoor werd ontveld. Dit kitten, die op dit moment vredig lag te slapen op het bankje, is uiteindelijk geboren, maar niet zoals dat normaal het geval is. Uiteindelijk moest de dierenarts haar staart amputeren omdat een staart zonder vel niet mogelijk is. Denk aan ontstekingen en infecties. Dus bij dit net geboren katje moest gelijk een levensreddende operatie worden uitgevoerd. Een uitermate pijnlijk moment, want zulke jonge kittens kunnen nog geen narcose krijgen. Mijn ogen werden groot en ik zag alles voor mij. Opnieuw keek ik naar Vlinder: zo jong en dan al zoveel meegemaakt. Ze was intussen weer wakker geworden en had voldoende energie opgedaan om de wereld te verkennen en op onderzoek uit te gaan. Ze sprong van het bankje af, liep heupwiegend mijn kant op en sprong, met een elegant hupje, op mijn schoot. Knorrend en spinnend keek ze mij aan en mijn hart maakte een vreugedesprong. Ik voelde het warme lijfje op mijn benen en ik aaide haar heel zachtjes over haar kopje. Monique zag hoe ik het katje knuffelde en vertelde mij dat zij toch nog op zoek was naar een blikopener. 'Ping', klonk het in mijn hart: kom maar bij mij.
Inmiddels woont Vlinder, die nu de naam Delphi heeft gekregen, al vier maanden bij ons in huis en het lijkt alsof ze hier al jaren woont. Ze heeft zoveel levenslust in zich en elke dag viert zij een feest. Brokjes en vlees eten vindt ze heerlijk, van spelen wordt ze heel blij en ze komt altijd met speeltjes in haar bek naar ons toe met de vraag: 'ach toe, ga je met me spelen?' Als ze rust wil, dan ligt ze in de vensterbank of zoekt een schoot op, om op te liggen. Knorrend en spinnend ligt ze te genieten van alle aandacht die zij krijgt. Kattenkwaad uithalen kan ze als geen ander en we moeten haar meerdere keren per dag achter de televisie weghalen, omdat ze graag met snoeren speelt of, nog erger, er op op gaat kauwen. Regelmatig horen wij haar als een kangaroo door onze slaapkamer springen of de trap op en af rennen. En de tuin vindt ze een walhalla: vliegjes vangen of zich verstoppen onder een struik zodat ze één van de andere katten kan verrassen (die haar allang gezien hebben natuurlijk).
En elke dag denk ik: hoe je geboren bent, wat je ook hebt meegemaakt, het gaat om wat je NU doet.
Vier feest, ook als er niemand jarig is. Wees een blij ei en heb plezier. Net zoals Delphi heeft.